Het
stille standsbesef.
Wie is toch die nieuwe kopman?
Hij
wordt gezien als de potentiële opvolger van Erik Drayer,
de tweevoudig Rabilskykampioen. Hij beschouwt zichzelf als de
uitvinder van het antwoord op alle vragen: "ik weet het niet"
en is desondanks buitengewoon onhandig op het gebied van dagelijkse
handelingen. Zijn meest twijfelachtige uitspraak was: "Ik zie
mezelf als de ideale schoonzoon!" Let u op zijn plechtige taalgebruik.
Wij:
Heer Janknegt, welke zijn uw verwachtingen?
Janknegt:
Welnu, ik zie een duidelijke ontsporing, welk echter in mijn voordeel
zal evalueren.
Wij:
Wat bedoelt u precies?
Janknegt:
Welaan, ik voorspel u een onorthodoxe ontwikkeling, edoch levert
deze nieuwe situatie mij geen windeieren, als u begrijpt hetgeen
ik bedoel -en ik mag wel zeggen dat deze precisering mijn zogenaamd
topniveau benadert.
Wij
(worden het zat): U ziet een ongewone ontwikkeling die in uw voordeel
is?
Janknegt:
Dat is juist. Erg ongecompliceerd en simplistisch uitgedrukt,
maar vooruit, we leven maar één keer.
Wij:
Bedoelt u dat u de trofee gaat winnen?
Janknegt:
U heeft een heldere geest. Ook deze stelling kan ik niet met argumenten
omver kegelen. Ik word te goed. Mijn niveau is stijgende, absoluut
gezien aanmerkelijk meer dan mijn tegenstanders, zo niet opmerkelijk
meer. De kloof tussen mij en de andere zeven is groter
dan ooit.
Wij:
Hoe groot is die kloof ongeveer?
Janknegt:
Het gaat misschien te ver om te spreken van een kloof die zo groot
is dat deze in aanmerking komt voor de titel "het achtste wereldwonder".
Edoch, een kloof van het formaat Grand Canyon is daar. Ik sloeg
het. Het is aan de anderen het te dichten en dat is onwaarschijnlijk,
zo niet onmogelijk.
Wij:
Trachten wij u te wijzen op het bestaan van dhr. J. Nunnink, de
man die er een gewoonte van maakt met de Grote S. J. Janknegt
zijn derrière af te vegen, zo niet te reinigen?
Janknegt:
Wel, ehh..., u moet begrijpen, dat iedere Wereldleider zijn zwakke
punt heeft. Bij mij is dat J.O.S. Ik zeg de naam nooit voluit,
daar ik mijzelf aangeleerd heb deze man te verachten, te haten
etc. Dit uiteraard alleen wanneer ik aan schaken denk. Wanneer
ik J.O.S. in verband breng met schaken. Met deze agressie, verachting,
etc. zal ik hem op z'n kloten geven. Aannemende dat hij deze heeft.
Het is in elk geval een gezonde Hollandsche jongen. Maar tussen
de oren, ha, ha, ha, nee, da's niks!
Wij:
Wat is de kans dat u kampioen wordt?
Janknegt:
Ik wil niet te verwaand klinken, al ben ik dat wel. Toch zou ik
zeggen: 100%, Op z'n minst. 200% komt meer in de buurt, doch ik
probeer wel degelijk rekening te houden met emotionele aspecten,
al ben ik de rationaliteit zelve!
Wij:
Er is geen kans voor de andere deelnemers?
Janknegt:
Neen. Alles wijst erop dat ik win. Ik ben de beste schaker, ik
heb vermoedelijk het hoogste IQ, ik heb de grootste persoonlijkheid,
om over charisma maar niet te spreken, en ik heb het minste aantal
haren tengevolge van een onfatsoenlijk hoog voorhoofd!
Wij:
Dank u voor dit interview.
Janknegt:
Voor deze keer, oké.
Hanke
Naar volgende artikel
|