DE
SALONREMISE
Plaag van de middenmoters
Tijdens de laatste ronde van het vorige toernooi om de
zo fel begeerde Rabilskytrofee riep ik mezelf uit tot remisekampioen.
Ik deed dit in een spontane opwelling. Het was louter scherts,
vrienden. Dat is de aard van het beestje. Een beetje tegen mijn
zin in is deze fictieve titel een eigen leven gaan leiden. Niet
alleen werd ik er vele malen op aangesproken (dat is nog wel leuk);
het remisekampioenschap wordt door menigeen zelfs zeer serieus
genomen. In de huidige titelstrijd vallen nogal wat remises, en
ik lijk nu al geen kans meer te maken op het prolongeren van de
titel. Voor mij hoeft dat ook niet. Het is echter opvallend hoe
vaak spelers onder ons achten gretig remise overeen komen, zonder
dat van werkelijke strijd achter het bord sprake is geweest. Ex-killer
Jos heeft al 4 puntdelingen achter zijn naam staan, net als Eric.
Hanke spant de kroon met 5 onbesliste partijen.
Natuurlijk is niet iedere remise een salonremise. En ook ik knijp
mijn handjes soms dicht bij het behalen van een half punt. Je
zou zelfs kunnen stellen, dat het stijgen van het aantal remises
per toernooi duidt op het in kracht stijgen en naar elkaar toe
groeien van de Rabilskianen. Maar toch geloof ik, dat veel van
de dit toernooi gemaakte remises gebaseerd waren op angst om te
verliezen, en nergens anders op. Dit nu, is wat men in mijn geboortestad
Utrecht "flauw" noemt. Het is naar mijn idee in strijd met de
reglementen (die spreken van onschuldige gezelligheid; lekker
schaken), en bovendien een beetje competitievervalsing.
Ik hoop op een wat gedurfder strijdverloop in de tweede competitiehelft.
Jos, Eric, Hanke en zelfs Erik speelden onderling louter remises
vóór de winterstop. Ik vertrouw er op, dat we er
met z'n allen weer ouderwets op los gaan na de winterstop! Om
met Bouwmeester te spreken: "speel, denk, durf, zet, win of ga
onder!"
Jeroen
Naar volgende artikel