Pyrrusoverwinning équipe Arend Nunnink

HEEMSTEDE (RPB) - Niets leek het kampioenschap van s.v. Heemstede 4 nog te kunnen verstoren. Met coach Arend Nunnink onverstoorbaar aan het roer stevende de debuterende, op weggekochte s.v. Rabilsky-cracks drijvende brigade rechtstreeks op de titel af in de reserve 11e klasse Q van de Haarlemse onderkelderbond. Vier duidelijke zeges en een zwaarbevochten gelijkspel gingen vooraf aan het slotduel tegen s.v. Het Hoppende Paardje 34, de enig overgebleven concurrent. Derde-bord-speler Spaargaren had de champagne alvast koud gezet...

Het eivolle stadion aan de Jan Gijzenkade hield de adem in. Technisch directeur Nunnink had zijn 'eerste acht' het veld opgestuurd voor de warming-up. Terwijl de selectie zich in de middencirkel overgaf aan de verplichte figuren (vooral de soepele Hooghout-oefeningen -het polsje!- van Ebels ontlokten een klaterend applaus aan de supportersmassa op de afgeladen tribunes), nam Nunnink de razend populaire topscorer Kneepjens terzijde.

"Hoor es hier, ouwe sabbelaar", zo sprak Nunnink hem toe, onderwijl onhandig aan de panden van zijn regenjas frummelend, "je staat ernaast. Wittebol speelt vandaag op het achtste bord."

Na het aanhoren van deze woorden ving de arme Kneepjens schrikkelijk te wenen aan. "Maar ik ben topscorer...", piepte de absolute publiekslieveling tussen de tranen door.

"Spaar me je waterlanders", vervolgde Nunnink, en hij beet nog eens op zijn sigaar. "De beste acht moeten vandaag spelen, en daarmee uit. Wittebol is vandaag mijn man op de 8.

Terwijl de vijfde colonne zich uitputte in spreekkoren ("Nunnink, maak ons blij, gooi Kneepjens in de wei!"), overdachten wij de situatie. Goed, toegegeven, Kneepjens is een knoeier. Natuurlijk. Maar: hij scoort. Op het achtste bord, domein van de waterhoofden, jampotglazen en open ruggetjes, sprokkelde hij menig winnend punt. Kneepjens had zich ontpopt als een heuse serial killer. Zo'n kerel passeer je niet. Die man hoort in een open landauer door de stad te worden gereden, op weg naar het stadion waarin de kampioenswedstrijd wordt gespeeld. Hijs hem in een kolkend Thialf in de arrenslee, en laat hem die aubade toekomen. Vernoem een benzinestation naar hem. Maar passeer hem niet. Het publiek zal zich tegen u keren. Sponsors zullen hoofdschuddend hun VIP-boxen ontruimen. En vooral: de spelersgroep zal stuurloos worden. Zij missen hun boegbeeld.

En jawel hoor: routinier Winius meldde zich in de dug-out. "Wij missen ons boegbeeld", sprak hij eenvoudig.

"Wij missen Kneepjens als kiespijn", antwoordde Nunnink zo mogelijk nog eenvoudiger.

De strijd was verbeten en ongemeen spannend. Bij de stand 3-4, in het voordeel van s.v. Het Hoppende Paardje 34, rustte alle druk op de breed uitwaaierende schouders van Winius. Zou hij zijn partij winnen, dan ging de kampioensschaal naar s.v. Heemstede 4. Zou hij remiseren of zelfs verliezen, dan kon s.v. Het Hoppende Paardje de limonadeglazen heffen. Winius kwam achter. Fans vielen flauw; op de eretribune ging de zuurstoffles van hand tot hand. Winius zette door. Vak N roerde zich; de ME greep in. En Winius won.

De Jan Gijzenkade ontplofte! Duizenden dolgelukkige s.v. Heemstede-tifosi namen bezit van het veld en hun helden. Spaargaren ontkurkte de champagne ("Die lag al heel wat jaartjes klaar in het vriesvak!"), en de harde kern nam de in die kringen uitermate geliefde Janknegt op de schouders. Ook coach Nunnink ontkwam niet aan de algehele feestvreugde ("Arend van Gaal, die hep ze schaal!", klonk het uit volle borst in de catacomben). Aan de achterkant van de spelerstunnel stapte een ontgoochelde Kneepjens op zijn fietsje.

Terwijl de voltallige ploeg, enkele dagen na het behalen van de zo fel begeerde titel, nog in hogere sferen verkeerde (dat wil zeggen: van de drank naijlend onder de wol, of zelfs -Spaargaren!- in de gesloten afdeling van een Jelinek-kliniek), pakten donkere wolken zich samen boven het clubhuis van s.v. Heemstede. Het bestuur van s.v. Het Hoppende Paardje had een officieel en vlammend protest ingediend tegen het door Nunnink opstellen van Wittebol. Deze had namelijk in de loop van het seizoen vaker bij s.v. Heemstede 3 meegedaan dan reglementair was toegestaan, om nog voor het vierde uit te mogen komen.

Nunnink, die op het punt stond om bij te tekenen, voelde de bui feilloos hangen, en verdween spoorslags naar een onbekende bestemming, ergens op de Filippijnen. En terecht, zo bleek de vrijdag na de historische Pyrrusoverwinning op s.v. Het Hoppende Paardje 34. De tuchtcommissie van de KNSB. kende het protest toe, en boog de eindstand van 4-4 om naar een 3-5 nederlaag in het voordeel van s.v. Het Hoppende Paardje 34, dat daarmee en passant de titel alsnog naar zich toe trok.

De clubleiding van s.v. Heemstede moest zich in alle mogelijke bochten wringen om een vrolijke draai aan het drama te geven ("Promotie komt te vroeg voor onze jongens, ze kunnen nu tenminste nog even rijpen"), en in de perskamer werd driftig gewerkt aan pakkende krantekoppen. Met enige trots kunnen wij melden dat Uw eigen Joop Dribbelkoning als eerste wees op de analogie met de blunders, ooit door Wim Jansen bij Feijenoord begaan (hij stelde drie buitenlanders op, waar twee het maximaal aanvaardbare quotum was), en meer recent door de technische staf van Bayern München (men stelde het niet toegestane aantal van vier amateurs op in het eerste team). Het is om die reden, dat de geplaagde Arend Nunnink nog jarenlang zal moeten luisteren naar de naam 'Barend Mûnchen'.

Joop Dribbelkoning

Naar volgende artikel