Beter dan God
Gesprek met Hank Williams
de Tweede
Banjoklanken
vullen de Amsterdamse Vrolikstraat. Wij versnellen de pas. Het
is een heerlijk, subtiel getokkel, een mals brokje Country &
Western, opgebouwd vanuit het middenrif, en doorvooisd met het
rauwe stemgeluid van Hank Williams, een jongen van de kouwe vlakte,
zoals ze al jaren niet meer gemaakt worden. En zie, daar is de
ruwe volksjongen reeds in ons zichtsveld gekomen: geknield bevindt
hij zich op de stoep van zijn eigen woning. Banjo soepeltjes op
het linkerknietje, saffie tussen de tanden geklemd, en een blikje
Grolsch schertsend boven op zijn Germaanse krullenbol! Onverstoorbaar
buldert de beroemde man voort, als wij hem bereikt hebben: "Forgive
me, oh my darling, wappe-dee-doo-dee-deedelee-doo" (*), ondertussen
de bloempotten, serviezen en fotolijstjes ontwijkend, die zijn
krijsende echtgenote hem toewerpt vanaf het balkon. Dit is karakter,
dit is topsport!
Jaloers
Met enige moeite krijgen wij de heer Williams mee naar een naburige
tapperij. Zijn eega heeft reeds enige waarschuwingsschoten gelost,
en wilde zojuist gaan richten op de olijke gelaatstrekken van
Hank Williams. Wij zagen onmiddellijk in, dat de toestand onhoudbaar
werd, en na een goed gesprek zag ook de heer Williams in, dat
zijn vrouw het nu werkelijk meende dat het haar zelfs ernst was,
en dat zij de situatie hoog opnam.
Gezeten achter een meter bier, verklaart de Amsterdamse grootmeester
de eenduidig afwijzende houding van mevrouw Merel Williams. "Ik
geef het toe. Het was stom. Ik had beloofd, te stofzuigen. En
daarbij had ik de afwas laten versloffen, terwijl de bonte was
zich opstapelde. Stom, stom, stom. Toen dacht ik nog: vooruit
maar jongens, een serenade dan. Een paardenmiddel. Even werkte
het. Maar toen kwam de buurvrouw voorbij geslenterd, echt een
sappige, rondborstige blondine, dus ik zing van "Forgive, oh my
darling, ha buurvrouw, wat doet U vanavond, oh forgive me, Merel-dear..."
Afijn, het is sterker dan ik, het is een tweede natuur, zal ik
maar zeggen, hé... ober, nog anderhalve meter graag, BURPS!"
Een gedachtengang
Na deze ronduit opmerkelijke ontboezemingen, achten wij de tijd
rijp voor een eerste vraag.
"Meester, het afgelopen Rabilskykampioenschap werd U smadelijk
zevende, met de heer Von Löwen kort in de achtervolging."
Een sluwe, oppassende blik trekt over het gelaat van de meest
grillige Rabilskiaan. Diep in 's meesters brein ontwaakt dat sociologische
wij-gevoel, dat hem zo eigen is. "Wel, wij hebben hier te maken
met een probleemveld. Stel het je voor als een trechter. Je hebt
een gegeven, en vanuit dat gegeven zien wij gevolgen zich ontwikkelen.
Ben je d'r nog? Die gevolgen worden natuurlijk weer gegevens,
en de kneep zit 'm hierin, de hele boel weer terug te koppelen
naar het oergegeven. Ik dank U." "Pardon?" Meester Williams schudt
het hoofd over zo veel onbegrip. "Trek het je niet aan, Dribbelkoning.
Jij bent bekwaam in het turfsteken, het fierljeppen, en beschikt
over alle noodzakelijke diploma's, die het gilde van Nederlandse
Kantklossers als vereist heeft gesteld. Ik daarentegen ben een
geniaal schaker. Zelfs (en bij deze woorden buigt de genius zich
vertrouwelijk naar ons toe) ben ik beter dan God."
Onze Heere
Hank Williams boert luidruchtig, trekt zijn jasje weer aan, en
beent het lokaal uit. "Volg mij, dwergen! Ik ga les geven!" Verbijsterd
betalen wij de rekening van de merkwaardige man, inclusief alles,
wat hij de afgelopen maand op de pof geslempt had, en dribbelen
vol verwachting achter de Messias aan. Paden gaan wij op, lanen
gaan wij in, en voort draven wij achter grote denker aan, die
alleen bij de bochten inhoudt, en op de fietspaden met opgeheven
hoofd een slordige 40, 45 km/u niet schuwt. En zie, daar zien
wij de eerste bordjes met 'Hank Williams Instituut', die wijzen
in de richting waar de grootmeester in de vorm van een stofwolk
heen spurt.
Tenslotte bereiken wij het enorme gebouw. De vlag wordt gehesen,
trompetgeschal weerklinkt, en de verzamelde kinderschare juicht
de heerlijke man toe. Dan bestijgt de heer Williams een verhoging,
neemt enige bossen begonia's in ontvangst, en steekt van wal.
"Kinderen, boeren, en buitenlui, hahaha! Vandaag gaan wij verder
waar wij gebleven waren: reeds sprak ik over dr. Max Euwe. Ook
behandelde ik Aljechin, Kasparov en Fischer. Jullie houden nog
wat kruimelwerk tegoed. Timman, Spasski, Spielman. Maar vandaag,
morgen, en nog veel langer zal ik spreken over de allergrootste.
Ik durf het haast niet te zeggen. Ik ben het namelijk zelf, hahaha!
Ik werd geboren, en terstond wierp ik mij op het schaakbord, dat
hiertegen..." En de bescheiden man babbelde voort, urenlang. Wij
legden pen en papier neer. Het was heerlijk. De zon zakte beneden
de kim. Zaklantaarns gingen van hand tot hand, rijdende wc's werden
aangevoerd, de gaarkeuken werd geopend. En nog steeds spreekt
Hank Williams. Onverdroten, fris van de lever, en zonder geëier.
Verrukkelijk. U hoort nog van ons.
Joop Dribbelkoning
(*) Van zijn nieuwe LP/CD/MC "I'm a Countryboy"
Naar volgende artikel