04.01.2017
De media en koningshuis

Hanke Winius
Juni 2013


INHOUD


Inleiding en ontwerp
Engeland
Nederland
Conclusie
Literatuur e.d.

 

 

 


Inleiding
David Canadine onderscheidt vier fasen in de 'development of the ceremonial image' van het Britse vorstenhuis, die op het volgende neerkomen: 1) voor 1877 geen ritueel; 2) na 1877 het hoogtepunt van 'invented tradition': oude rituelen werden afgestoft, nieuwe ontworpen; 3) de Britse overtuiging dat zij het beste waren in monarchale ceremonie (1918-1953) en tenslotte 4) de periode van de televisie (vanaf de kroning van Elizabeth in 1953).
Dit betoog heeft betrekking op die laatste fase.
Over de periode na 1953 schrijft Canadine dat de betekenis van koninklijke ceremonie na WO2 alleen maar krachtiger is geworden. In een wereld waarin alles heel snel veranderde, was de koninklijke ceremonie een soort houvast, een vertrouwd iets, een gezamenlijk feest. Dit was nog sterker wanneer je de ceremonie plaatst in de context van het veranderde Engeland: multicultureel, minder hiërarchisch (ik zou Engeland niet egalitair willen noemen), een vrijere seksuele moraal en internationaal al lang geen grootmacht meer. De koninklijke ceremonieën boden een beeld van stabiliteit, veiligheid en een blijvend beeld van nationale prestige. Met de televisie kreeg het koningshuis een medium waarmee ze indringend aanwezig kon zijn. De ceremonieën werden door het zichtbare krachtiger en door veel meer mensen bekeken. Anderzijds heeft de televisie ook een beeld gecreëerd waarin de koninklijke familie vooral naar voren komt als een eenvoudige familie uit de middenklasse.
Jaap van Osta stelt dat het Engelse koningshuis eerst met pomp and circumstance heeft geprobeerd het koningshuis te laten schitteren. Het koningshuis moest, nu het alleen nog een ceremoniële functie had, op deze manier werken aan de populariteit van de monarchie. Daarna koos het koningshuis voor steeds meer openheid. Gevreesd werd dat de ceremoniële monarchie de afstand tussen vorst en volk teveel vergroot had. Misschien een goed idee, maar na WO2 verdween eerbied voor gezag en autoriteit en daardoor werd de massale belangstelling een zorg in plaats van een zege. Het kwam te dichtbij. De leden van het koninklijk huis waren niet langer magisch meer, het waren mensen die je kon benaderen als anderen. 'De magie van het koninklijk sprookje is verbleekt'. Er is teveel daglicht bij gelaten.
Doel van dit betoog is deze twee benaderingen te onderzoeken. Is de benadering waarin het ceremoniële het heeft afgelegd tegen de openheid (Van Osta) of de benadering waarin de ceremonie juist nog veel krachtiger is geworden meer toepasbaar op concreet gedrag van het koningshuis. Ik bekijk twee koningshuizen aan de hand van een aantal gebeurtenissen: de Engelse en de Nederlandse. Ik neem de periode van na 1953 tot de jaren '90.

Engeland
Het eerste indringend gefilmde spektakel was het huwelijk van prins Albert van York (de latere koning George VI) en Elizabeth Bowes-Lyon (1923). De eerste radio-uitzending was een toespraak van George V (1925). Maar de eerste rechtstreekse televisie-uitzending dateert van na WO2: de kroning van Elizabeth II in 1953. De meningen erover liepen uiteen. De ene partij vond dat het te intiem werd, de andere dat de mythe van de monarchie juist versterkt zou worden. Het laatste zou bewaarheid worden en het werd een groot succes. Een jonge fraai uitgedoste koningin, een vlekkeloze uitzending, een kijkdichtheid van 56%. Naar schatting 20,4 miljoen Britten keken.
Het tweede belangrijke televisiemoment kwam in 1957. Voor de eerste keer zou de traditionele kersttoespraak (sinds 1932) rechtstreeks op televisie worden uitgezonden. Inzet was de koninklijke familie te laten zien als voorbeeldfamilie voor de onderdanen. Hier werd de intimiteit gezocht. Het liep niet goed af. Het ging niet om een incident, niet om een slechte toespraak of technisch malheur. Het ging om de koningin. Elizabeth moest achteraf (ook) toegeven dat ze niet goed overkwam op televisie. Ze was koel en gespannen. Geen Media Queen. Vanuit het koninklijk huis beredeneerd was dat jammer. Het ging om intimiteit, waarvan ook het koningshuis wist dat het ook goed kon zijn voor de populariteit. Je via de massamedia gecontroleerd op een positieve manier tonen kon waardevol zijn. Men slaagde er niet in aan deze vraag tegemoet te komen. De kerstboodschappen zouden wel blijven bestaan, maar ze werden voortaan opgenomen. Het was niet bepaald een verbetering. Elizabeth koos hierna voor het concept koningin op afstand. Het werd stil rond het hof.
Historicus John Grigg stelde 40 jaar later dat 'ons verandering was beloofd' en 'een nieuwe eeuw van Elizabeth', maar er veranderde niks. Graaf Harewood, neef van de koningin, meende dat Elizabeth moeilijk contact wist te leggen met de moderne wereld. Ze zat vast in oude protocollen en beschikte niet over krachtige adviseurs die haar hierbij konden begeleiden.
De populariteit van het koningshuis was midden jaren '60 tanende. Zeker speelden maatschappelijke ontwikkelingen een rol, maar ook de onzichtbaarheid van de koningin en het ouderwetse imago -die nog teerde op een voorstelling van Pietro Annigoni (zie het voorbeeld hieronder) uit de jaren '50. Er moest iets gebeuren.



De koninklijke familie besloot de camera toe te laten in de privésfeer. Dat was niet eerder gedaan. Het was een echt charmeoffensief, gestart door de in 1967 aangetreden perschef William Heseltine, als antwoord op de tanende populariteit. Wederom werd gezocht naar intimiteit en dat betekende meer privé op straat. David Attenborough zag het niet zo zitten: 'You're killing the monarchy, you know, with this film you're making.' Toch werd ook dit een succes. Tweederde van de Britten bekeek in 1969 de documentaire. Historicus Ziegler stelde: 'one of the most skilfully executed propaganda' en 'a superb piece of public relations'. Maar voegde eraan toe dat het paparazzi zou legitimeren alle registers open te trekken om te ontdekken wat er zich in het privéleven van de koningin afspeelde. Dat zou voor het sprookje wel eens gevaarlijk kunnen worden. Elizabeth kreeg het idee dat deze intimiteit de mythe teveel op de tocht zette. De documentaire werd uit de roulatie gehaald.
Nog datzelfde jaar werd het charmeoffensief weer opgepakt. In Wales werd op een bekend kasteel Charles tot Prince of Wales gekroond. Een waar spektakel: alles was erop gericht de ceremonie zo mooi mogelijk op televisie over te laten komen. Het decor werd ontworpen door Lord Snowdon, een mediaman. Ziegler stelde dat hier voor bekrachtiging van de mythe het nieuwe jonge koningshuis werd gepresenteerd.
'I don't think there is any doubt that from the late '70 we have in a sense moved into a new world for the monarchy, a harsh world, a less happier world.' Op deze manier gaf Canadine aan dat de late jaren '70 een nieuwe periode inluidde voor het koningshuis. De scheiding van prinses Margaret (1977) was de eerste serieuze barst in het glazuur van de Britse familiemonarchie. Het intieme beeld was nu moeilijk te gebruiken, maar het spektakel was ook een probleem. Het zilveren jubileum van Elizabeth moest gevierd worden in crisistijd (1977) en niemand zat echt te wachten op een koninklijk feestje. Schrijver Jon Savage noemde het 'a grimm time'. Het werd, opvallend genoeg, toch een succesvolle dag, niet alleen tot verbazing van de koningin zelf. Het feest was groots, de koningin werd hartstochtelijk toegejuicht. Het deed denken aan een gouden verleden, aan een tijd dat de Britse natie nog één was. Volgens Ziegler was het feestje een gevolg van het toch nog aanwezige respect voor de koningin, maar deels ook omdat men uiteindelijk toch wel zin had in een verzetje. Want de Britse natie was en bleef verdeeld.
In 1981 huwde Charles met Diana. Dit bood kansen. Tot 1997 zou het koppel het beeld van het koningshuis in de media bepalen. Het huwelijk werd als spektakel een enorm mediasucces. 750 miljoen mensen bekeken wereldwijd de huwelijksvoltrekking. De media volgde iedere beweging van het paar, maar met name van Diana. Diana was de meest gefotografeerde vrouw van haar tijd. Ze was sprookje en intimiteit ineen, omdat ze veel opener en minder krampachtig omging met de media. In 1992 spatte het sprookje uiteen. Diana gaf na de scheiding een interview waarin alle vuile was buiten werd gehangen. Nu had het koningshuis ooit wel besloten tot meer openheid, maar het moest wel positief zijn. Dat was nu wel anders. De familiemonarchie kwam in een ander daglicht te staan. Hier werd de waarschuwing van Ziegler n.a.v. The Royal Family bewaarheid (zie vorige bladzijde). Wanneer het hof kiest voor het tonen van privézaken is het wel prettig om van tevoren te weten hoe en met welk effect. Dat is de spanning waarbinnen een koningshuis opereert. Wel trouwen, maar geen gezeur over scheidingen. De mediaoorlog die hierna uitbrak -Buckingham Palace probeerde Diana af te schilderen als een labiele vrouw- werd schadelijk voor het koningshuis. Dat werd erger na het dodelijke ongeval van Diana in Parijs (1997). De Koninklijke familie hield zich stil. De media en volk spraken daar schande van. Uiteindelijk probeerde de koningin in een televisietoespraak de schade te beperken. De koningin liet emotie zien en dat was wat de onderdanen graag wilden zien. Het volk toonde nog maar eens dat het spektakel wil, maar in combinatie met een open en sensitief vorstenhuis.

 

 

Nederland
Wanneer Van Osta in Theater van de Staat ingaat op de media gaat het over het Britse vorstenhuis. Hij suggereert dat over Nederland hierover weinig interessants is te melden. Van Osta noemt het Nederlandse koningshuis 'onopvallend'. Dat zou komen door het volkskarakter en door het niet gewend zijn aan een koningshuis. Dat vorstenhuis kwam immers in 1813 plotseling en van buiten.
Voorafgaand aan deze paragraaf is het goed te melden dat de verhouding pers, regering, Rijksvoorlichtingsdienst (RVD), hof in de periode jaren '50-'80 ingewikkeld was. De RVD, regering en particuliere secretarissen zaten tussen de pers en het hof in, maar procedures waren onduidelijk, veranderden vaak of werden niet opgevolgd.
De inhuldiging van Juliana was na WO2 de eerste gebeurtenis waarbij het koningshuis de gelegenheid kreeg zich op een sprookjesachtige manier te presenteren aan de natie. Gestreefd werd naar een spektakel, hoe on-Nederlands dat volgens Van Osta dan ook was. Kikkert meldt dat het Amerikaanse blad Newsweek scheef: 'the greatest show in postwar Europe'. En: 'kosten noch moeite gespaard.' Beelden van het Polygoon Journaal bevestigen dit: een uitbundig versierde Amsterdamse binnenstad en Vondelpark, een eivolle Dam, zowel op de dag van de abdicatie als de dag van de inhuldiging.
Snel volgde een affaire. Juliana had veel contact met een gebedsgenezeres: Greet Hofmans. Ze kwam tussen Bernard en Juliana in te staan. Bernard wilde Hofmans weg hebben, Juliana dreigde met een echtscheiding. In deze verzuilde tijd werden problemen vaak opgelost door overleg van elites binnen de zuilen. Zo ook nu. De pers legde zich na overleg een vorm van zelfcensuur op. Het probleem speelde al in 1950, maar pas in 1956 zou Der Spiegel erover publiceren. Verspreiding naar Nederland werd voorkomen. In Nederland had in 1954 de weinig gelezen Nieuwsbrief over de zaak geschreven. Het kwam schrijver J. Fabius op tien dagen cel te staan wegens Majesteitsschennis. Juliana koos uiteindelijk voor de troon en Hofmans moest weg. De zaak werd opgelost zonder dat het volk wist wat er speelde. Geen enkele openheid dus.
De kwestie Irene (1963/64) verliep anders. De pers kwam op de hoogte over een aanstaande verloving met een Spaanse edelman en, in die tijd opzienbarender, de toetreding van Irene tot de katholieke kerk. Ze publiceerde ook over de kwestie. Waar het nu om ging is dat de pers zaken wist, ging gissen en bij de RVD informatie eiste. Het hof was echter terughoudend en hield de deur gesloten. Juliana stuurde aan op een afspraak met de hoofdredacteuren, maar dat bleek niet haalbaar. De tijden waren veranderd. De pers schikte zich niet meer zomaar. Maar voor Juliana was privé nog altijd privé, openheid was nog altijd geen middel voor populariteit.
Irene deed uiteindelijk afstand van haar recht op de troon. De bruiloft, de eerste oranjebruiloft sinds 1937, werd door de KRO en AVRO op televisie uitgezonden, maar het werd niet het spektakel dat zowel vorst als natie graag gezien hadden.
Gelukkig voor de Oranjes verliep de volgende verloving rimpelloos. Dermate, dat de namen Van Vollenhoven en Margriet in het boek van Wagenaar over de RVD niet eens voorkomen. Juliana kondigde de verloving op televisie aan. Ze leek blij. 'Eindelijk geen gelazer' zag je haar denken. Iedereen was positief, de pers kon er over schrijven (of moet je zeggen: schreef erover) en liep nu eens niet achter bij de buitenlandse pers.
De relatie tussen Beatrix en Claus von Amsberg begon in het openbaar met foto's van het stel in De Telegraaf. Opnieuw ontstond er gedoe tussen de pers en de regering. Het hof was niet blij met de publicatie van de foto's en verwachtte problemen rondom Claus omdat hij Duitser was. De oorlogsjaren lagen nog vers in het geheugen. Ook nu was de pers erg meegaand: collega-journalisten veroordeelden de handelswijze van De Telegraaf. Opnieuw wilde het hof pas naar buiten treden met de verloving, wanneer het nieuws positief kon zijn. Hier hebben we een viriele sprookjesprins, een man uit duizenden, die uw toekomstige vorstin gelukkig zal maken en zal zorgen voor nieuwe Oranjes. Maar de pers wil ook weten wat er achter de façade van dat mooie gezin gebeurt; blijkbaar was hier inmiddels een markt voor.
Het huwelijk zelf was als spektakel geen onverdeeld succes. Het was een regenachtige dag, er waren protesten tegen Claus de Duitser en er werd een rookbom gegooid. Niet ernstig, maar zeker geen sprookjeshuwelijk. Alles werd rechtstreeks op televisie uitgezonden.
Ook het huwelijk van prinses Margriet in januari 1967 werd op televisie uitgezonden. De belangstelling was matig en opnieuw waren er ongeregeldheden.
In 1974 werd het Nederlands voetbalelftal net geen wereldkampioen. Maar bij thuiskomst leek het van wel. De ontvangst van de voetballers op Huis Ten Bosch werd een toonbeeld van wat er in de jaren '60 was veranderd: prinsjes die voetbalden met de Oranjespelers, de koningen die zich op een informele manier met ze onderhield. Geen etiketten. Alles op televisie, dit was een soort spektakel waar een koningshuis mee voor de dag kon komen. Deels was de prestatie onverwacht, maar het koningshuis profiteerde handig van een volksfeest en een heroplevende nationale trots.
Tijdens de Lockheed-affaire (1976) nam de media een andere houding aan. Het informatietijdperk was al betreden: meer dan de helft van de Nederlandse gezinnen kon buitenlandse zenders ontvangen. Binnenlandse berichten regisseren had weinig effect meer. De pers onthulde allerlei details terwijl de onderzoekscommissie Donner de zaak nog in behandeling had. De uitkomsten waren dan ook geen verrassing. Opmerkelijk is de openheid waarin Den Uyl (en niemand anders) de zaak afhandelde. Hij informeerde waar nodig en belangrijke mededelingen werd live op televisie uitgezonden. Het leek of hij niets onder de pet hield, maar dat bleek in 2008 niet het geval. Den Uyl kreeg toen door alle partijen lof toegezwaaid. En terwijl hij in openheid handelde was zijn regie eigenlijk opvallend sterk.
De televisie was in de tweede helft van Juliana's regering zeer belangrijk geworden in contacten met het volk. Ook de aankondiging van de abdicatie ging via het scherm. Dit was een voorbode van weer een minder moment in de media. De inhuldiging van Beatrix werd matig bezocht. Amsterdam leek was vesting. Vijandig publiek was in grote mate aanwezig. Overal hoorde je de leuze 'geen woning, geen kroning.' Toen de nieuwe koningin het bordes aan de Dam betrad, ontploften er direct rookbommen en steeg er gejoel en gefluit op. Later gevolgd door ernstige rellen en heftige knokpartijen tussen de politie en relschoppers. De rechtstreekse televisie-uitzending was weinig gestuurd, want beelden van de troonswisseling werden afgewisseld met beelden van de rellen. Wederom geen sprookje, geen mystiek. Gewoon problemen en knokpartijen.
Beatrix bleek ook gesteld op haar privé. Maar het was duidelijk dat de openheid groter was geworden. De depressies van Prins Claus werden zonder veel omhaal aan de pers medegedeeld. In Beatrix' periode werd duidelijk dat problemen geregisseerd worden gemeld en dat de intimiteit zorgvuldig wordt bewaakt . Dat heeft voor een groot deel te maken met het feit dat onze koningin deel uitmaakt van de regering. Problemen kunnen staatsrechtelijk worden. Denk aan de zaak Mabel Wisse Smit. Openheid over triviale zaken mag niet te ver gaan. Wanneer roddelbladen bepaalde zaken melden die het koningshuis niet aanstaan wordt dat via de rechter uitgevochten. De koningin kreeg toch een reputatie van wat afstandelijk te zijn. In 1988 bezoekt zij bij verrassing de Amsterdamse vrijmarkt. Het blijkt een gouden zet. Haar reputatie wordt daarna veel beter. Onder Beatrix wordt het koningshuis uiteindelijk populairder dan ooit. Ondanks het beperkt toepassen van het spektakelmiddel en ondanks het feit dat informatie over problemen sterk geregisseerd naar buiten kwamen.

 

Conclusie
Is het spektakel minder belangrijk geworden? Of is het tonen van intimiteit het middel geworden om de populariteit van de monarchie te waarborgen? Canadine stelt in het kort dat beide belangrijk zijn, Van Osta houdt het erop dat het ceremonieel, dat het mythische moet versterken, verbleekt is na WO2.
In Engeland is de globale lijn dat na WO2 in eerste instantie wordt ingezet op het spektakel, de ceremonie, met behulp van het nieuwe medium televisie. Het idee dat meer intimiteit nodig was kwam tot uitdrukking in de eerste kersttoespraak van Elizabeth. Zij leek hier echter niet heel erg geschikt voor en het hof nam opnieuw afstand. Dat leidde tot achteruitgang van de populariteit. Als antwoord hierop koos men enerzijds voor het sprookje met de kroning van Charles, anderzijds voor de intimiteit. The Royal Family was echt een trendbreuk: het koningshuis liet camera's toe in het privéleven, tot dan toe ondenkbaar. Het gevolg hiervan was dat de interesse in het koningshuis enorm toenam, maar ook dat de grens tussen privé en publiek steeds dunner werd. In de periode Diana werd elke stap gevolgd en leek de scheiding privé en publiek verdwenen. Dat was lastig, maar goed voor de populariteit.
In Nederland wordt Juliana altijd gezien als een open boek, die veel dichter bij het volk stond dan haar moeder en haar dochter. Maar wanneer je kijkt naar de affaire Hofmans en veel later Lockheed was het niet zo dat Juliana heel hard liep om de pers te informeren. Ze wilde vooral gewoon zijn, maar transparant is een andere kwestie. Wat van het Nederlandse koningshuis naar buiten kwam leek sterk geregisseerd. De houding van Juliana als vorstin dicht bij het volk was zeker wel een middel om de populariteit vast te houden of te vergroten. Het sprookje leek veel minder belangrijk. Na haar kroning waren de huwelijken sober te noemen. Inmiddels kun je wel stellen dat Nederland aan een inhaalslag bezig lijkt te zijn. Het privé was bij Beatrix nog steeds privé. Beatrix werd echter vooral populair door de tegenslagen. Haar reacties op het ernstige incident in Apeldoorn (iemand reed in op het publiek, er vielen doden) en het ongeluk van Friso gaven haar een menselijk gezicht en dat was goed voor de populariteit. Het sprookje wordt ook in ere gehouden: zowel het huwelijk van Willem Alexander met Máxima als zijn inhuldiging waren echte mediaspektakels.
De conclusie moet dan ook zijn dat spektakel helemaal niet minder belangrijk is geworden en dat het idee van Van Osta uit 1998, dat het sprookje haar glans verloren heeft, niet strookt met wat ik heb aangetroffen. Wel is het alleen niet meer voldoende. Het publiek moet ook de kwetsbaarheid zien van de familie. Ze moeten kunnen delen in de intimiteit, in de tegenslagen en voorspoed van de leden van het koningshuis. Ze moeten afstand hebben, maar ze moeten ook een spiegel zijn van het eigen leven van de onderdanen.

Literatuur
J.G. Kikkert, De eeuw van Juliana (Soesterberg, 2009)
Auke Kok, 1974, Wij waren de besten (Amsterdam, 2004)
Jaap van Osta, Het theater van de Staat (Amsterdam, 1998)
Marja Wagenaar, Rijksvoorlichtingsdienst. Geheimhouden, toedekken en openbaren (Amsterdam, 1997)
Artikelen
David Cannadine, 'The Context, Perfomance, and Meaning of Ritual: The British Monarchy and the 'Invention of Tradition' c. 1820-1977', in Eric Hobsbawm en Terence Ranger, The Invention of Tradition (Cambridge, 1983) pp. 107-108

Documentaires
The Windsors, A Royal Family, BBC (1994)
Princess Diana: Panorama Interview (BBC, 1995).
Internet
Huwelijk van prins Albert van York (de latere koning George VI) en Elizabeth Bowes-Lyon:
www.youtube.com/watch?v=v36LiBNhzpo (juni 2013)
The Daily Mail over The Royal Family:
www.dailymail.co.uk/femail/article-1346984/The-home-movie-doesnt-want-Why-Queen-STILL-keeping-wraps-fly-wall-film-changed-view-Royals.html
BBC On This Day:
news.bbc.co.uk/onthisday/hi/dates/stories/july/29/newsid_2494000/2494949.stm
Het gouden regeringsjubileum van Wilhelmina - tevens haar afscheid:
www.geschiedenis24.nl/speler.program.7048995.html
Huwelijk prinses Margriet en Pieter van Vollenhoven 1967:
nos.nl/video/22150-huwelijk-prinses-margriet-en-pieter-van-vollenhoven-1967.html
Stilzwijgen Den Uyl redde de monarchie:
http://www.ad.nl/ad/nl/1012/Nederland/article/detail/2092099/2008/02/21/Stilzwijgen-Den-Uyl-redde-de-monarchie.dhtml

 

<---- Terug