Leeuwen
in reliëfs tijdens de Nieuw-Assyrische periode
|
|
Inhoudsopgave 1)
Algemene inleiding en probleemstelling 6)
De betekenis van de reliëfs 7)
Conclusie 22 Bijlage:
opvallende Assyrische afbeeldingen 25
|
|
1.
Algemene inleiding en probleemstelling In de periode van 880 tot 612 vC lieten de koningen van het Nieuw-Assyrische rijk intensief reliëfs aanbrengen. Ze werden onder meer aangebracht op steles en rotspartijen tijdens campagnes van de Assyrische koningen, maar de meest opzienbarende zijn aangetroffen in het paleis van Ashurnasirpal II (r. 883-859) in Nimrud (in de oudheid: Kahlu). Deze traditie van het uitgebreid aanbrengen van reliëfs is voortgezet door de latere koningen in paleizen in de latere hoofdsteden van het rijk, namelijk kortstondig in Khorsabad (in de oudheid: Dur-Sharrukin, letterlijk: Fort Sargon ) en Mosul (in de oudheid: Nineveh) . Dur-Sharrukin werd hoofdstad onder, en is waarschijnlijk ook gesticht door, Sargon II (r.721-705). Nineveh werd omgevormd tot hoofdstad van het Assyrische rijk door Sennacherib (r. 704-681), de zoon van Sargon II. Dur-Sharrukin is nooit afgebouwd en vermoedelijk ook nooit bewoond geweest. De reliëfs werden door Assyriërs gemaakt van een soort gips en vervolgens bewerkt met gereedschappen gemaakt van ijzer en koper. Stelt u zich bij het gips een materiaal voor dat we nu kennen als roodband (zie afb.1) waarmee muren gestukadoord worden. De reliëfs werden opgesierd met verf. De kwetsbaarheid van het materiaal in de buitenlucht werd door het gebruik van verf en vernis enigszins beperkt. ![]() De best bewaarde en meest onderzochte reliëfs stammen uit de regeringsperiode van Ashurnasirpal II (Nimrud) en uit de regeringsperiode van Ashurbanipal (r. 668-631) Opvallend zijn de afbeeldingen waarin leeuwen en stieren worden gebruikt. Een bekend en fraai voorbeeld ziet u in afbeelding 2 (volgende pagina), afkomstig uit het paleis van Ashurbanipal (bekend als zaal S). Onderkend is dat beide dieren werden beschouwd als gevaarlijk en misschien symbool stonden voor het kwaad. ![]() ![]() De leeuwen komen voor als dieren die stieren aanvallen. De leeuwen komen echter vooral voor als dieren waarop wordt gejaagd of die worden gedood door een man van vermoedelijk Koninklijke allure, bij de Assyriërs herkenbaar als een man met minimaal een haarband, maar ook een soort mutsje. Ik richt mijn onderzoek op de veel voorkomende afbeeldingen waarin leeuwen te zien zijn. Het gaat daarbij vrijwel zonder uitzondering om afbeeldingen die ogenschijnlijk iets met jacht hebben te maken. Er wordt op de dieren gejaagd. En dan op een ogenschijnlijk gecontroleerde wijze -de leeuwen worden losgelaten uit een kooi- of op een ongecontroleerde wijze -er wordt vanuit een wagen op de leeuwen gejaagd, waarbij je zou kunnen veronderstellen dat er werkelijk in het wild op ze wordt gejaagd. De
oudst bekende afbeelding waarin de leeuw een rol vervult, is een stele
uit Uruk (afb. 3). Het beeld is gedateerd rond 3000 vC.. De steen toont
twee mannen gekleed in een rok en met een haardband om het hoofd en vier
dieren, zo op het oog leeuwen. De twee mannen zijn zichtbaar bezig de
leeuwen te doden. Eén maakt gebruik van een speer, de tweede van
pijl en boog. Dit thema komt in de eeuwen daarna steeds opnieuw terug
in de culturen die zich in de oudheid ontwikkelen in het gebied van de
vruchtbare halve maan (the fertile crescent). Uit ongeveer dezelfde tijd
en plaats stamt een kruik met daarop een afbeelding waarop leeuwen een
stier aanvallen, ook daarna een vaak terugkerend thema in de kunst van
vruchtbare cirkel (afb. onder). Deze
vragen worden geoperationaliseerd door in literatuur, voor zover voor
handen, op zoek te gaan naar antwoorden op deze vragen. Maar ook belangrijk
is wat ik zelf denk te zien in de afbeeldingen waar het gaat om de aangehaalde
deelvragen. De hoofdstukken 2 tot en met 5 geven een algemeen beeld van
de jacht en de leeuw in de geschiedenis. Hoofdstuk 6 gaat impliciet in
op de deelvragen. Ten slotte wordt in hoofdstuk 7 een conclusie getrokken. |
|
2.
Over welke afbeeldingen hebben we het? Terug naar Ashurnasirpal en Ashurbanipal. De afbeeldingen met betrekking tot eerstgenoemde zijn aangetroffen in het koninklijk paleis in Nimrud (of Kahlu) , onder meer uitgebreid onderzocht door Janusz Meuszynski. Over de tweede is meer bekend en deze afbeeldingen zijn onder meer onderzocht door Elnathan Weissert. |
|
3.
Leeuwen nu en in de oudheid Daarmee
komen we weer terug in de oudheid. De dreiging van de leeuw is een rode
draad in de geschiedenis. De leeuw was in de oudheid in redelijke getale
aanwezig, ook in de buurt van bewoonde gebieden. De leeuw werd vaak getoond
als een bedreiging voor het vee en als dorpen en steden binnendringende
menseneters. In Egypte werden leeuwen gezien als een blijvende bron van
economische verstoring door de vernieling die ze veroorzaakten en het
gevaar dat van ze uitging. Dat de farao dan ook veelvuldig gekoppeld werd
aan het in grote getale vangen van grote katachtigen was dan ook niet
louter om zijn heldenmoed te tonen, maar tevens een manier om te laten
zien dat de farao een vervelend maatschappelijk probleem serieus nam en
persoonlijk aanpakte. Hetzelfde verhaal ging op voor Mesopotamië
waar de leeuwencultus wel het meest uitgesproken was. Ook hier werd de
leeuw als een gevaar voor de maatschappij gezien. Uit verhalen en wetgeving
is op te maken dat aanvallen door leeuwen op vee gezien werd als iets
heel ergs voor de veehouders. Iets waar ze ook niets tegen konden doen.
Uit Assyrische Koninklijke inscripties en zegels is op te maken dat de
overheid zich constant zorgen maakte over de hoeveelheid leeuwen omdat
deze een gevaar waren voor zowel de veehouders als hun veestapels. |
|
4.
Waarom werd er gejaagd, door wie en hoe? Allsen (2006) onderscheidt twee hoofdredenen waarom door de geschiedenis heen werd gejaagd: economische redenen en politieke redenen. In de praktijk is sprake van een continuüm: puur jagen om economische redenen kent altijd een politieke lading, hoe beperkt ook, en vice versa. Jacht met een politieke lading kenmerkt zich door de grote gezelschappen. Het is een soort ceremoniële activiteit, een feest, een opvoering, waaraan duizenden, soms tienduizenden mensen deelnemen, georganiseerd door het Koninklijke hof. Door het organiseren van dergelijke jachtfestijnen laat de leider, de koning, zien dat hij in staat is werkkracht, militaire menskracht en menselijke en dierlijke individuen met zeer speciale vaardigheden te leiden en te sturen. Belangrijk hierbij is dat bij de jacht de koning zijn vaardigheden openlijk kan tonen en daarmee laat zien dat hij in staat is goed te besturen; het kunnen organiseren en uitvoeren van de jacht toont dat deze leider ook in staat is vijanden te verslaan, veiligheid te garanderen en belastingen te innen. Een ander belangrijk onderscheid tussen jacht voor levensonderhoud en jacht met een politieke lading is de balans tussen energie die wordt gestoken in het jagen en energie die de jacht oplevert. Zo is het in de huidige tijd bekend dat het eten van vlees een luxe is omdat er meer calorieën in een dier gestopt moeten worden dan het oplevert. Dat kan alleen maar omdat er een surplus is aan plantaardige landbouwproducten. Jagen voor voeding moest dus calorieën opleveren. Efficiency stond daarbij voorop. Dit was bij de Koninklijke jacht logischerwijs niet aan de orde, eenvoudigweg omdat het doel anders was. Eenvoudig gesteld: het tonen van de monarchale spierballen en vaardigheden, zoals hierboven al min of meer beschreven. In dit artikel gaat het louter om Koninklijke symbolische en dus politieke jacht. Door de eeuwen heen hebben bijna alle koningshuizen en andere aristocraten gebruik gemaakt van de jacht om hun sociale en politieke macht vast te stellen en te behouden. De vorsten jaagden in daartoe bestemde parken, maar ook in de wildernis. Waarbij wildernis soms bestond uit echte wildernis, soms uit gebieden waar mensen wel al wat sporen hadden achtergelaten, zoals paden. Niet vergelijkbaar natuurlijk met de huidige staat van de bossen, waar van het begrip natuur nauwelijks meer sprake is. Van belang is vooral dat de gebieden wel openlijk toegankelijk waren, maar het jagen in grote gebieden was voorbehouden aan het koninklijk huis. Hiermee werden deze jachtgebieden een symbool voor heerschappij over grote stukken land en alles wat zich erop bevond. Een lesje soevereiniteit dus. Jagen gebeurde door de geschiedenis heen op allerlei manieren. Veel voorkomend was vanaf het paard of vanuit een wagen. Opvallend is dat er veel overeenkomsten bestaan tussen wapens gebruikt bij jacht en bij oorlogvoering, maar de meeste wapens waren oorspronkelijk voor een van de activiteiten bedoeld. Speer, zwaard en knots waren duidelijke wapens voor oorlog, werp- en projectielwapens duidelijk voor de jacht. Van de Assyriërs zijn afbeeldingen bekend waarin gejaagd wordt vanuit wagens, vanaf het paard en staand op de grond. Zichtbare wapens zijn de speer, de boog en het zwaard of dolk. Gejaagd
werd, zoals reeds aangehaald, in de publieke sfeer (het platteland) en
in een min of meer afgesloten sfeer, in aangelegde parken. Daarbij gaat
het om het woord paradijs. Paradijs komt van het Oudgriekse woord paradeisos
en betekent zoveel als afgesloten terrein of domein. Het belangrijkste
doel van dit paradijs zal natuurlijk het rustig privé vertoeven
als koninklijk persoon in je eigen mooie eigen park zijn, maar ook wederom
het tonen van macht door de grootheid en de schoonheid van het park, een
bezit voorbehouden aan de meest machtigen. Assurnasirpal II verzamelde
zaden tijdens zijn campagnes om te planten in de Koninklijke tuin. De
meest voor de hand liggende verklaring om zoiets te doen is misschien
het idee dat een tuin een kleine afspiegeling moest zijn van het imperium
van de Assyrische koning. |
|
5.
Politieke aanwending van jacht De jacht door de koning moet zichtbaar zijn wanneer het een politieke functie wil vervullen. Het gaat dan om een vorm van propaganda. Belangrijk is bijvoorbeeld het volk tonen hoe geweldig de koning om kan gaan met de wapens waarmee hij jaagt. Dus over Ashurnasirpal II is in een Koninklijke inscriptie te lezen dat hij 450 leeuwen, 390 wilde stieren en 200 struisvogels in het zand liet bijten. Getallen die duidelijk indruk moeten maken op degene die dit onder ogen krijgt. Met deze man valt niet te spotten! |
|
6. De betekenis van de reliëfs 6.1
Inleiding In de oudheid jaagden de vorsten ook. Het is nu meer een gewoonte, een tijdverdrijf, hoewel het bovenstaande citaat meer doet vermoeden. En misschien is dat ook wel zo. Het jagen in de oudheid werd zo vaak en verregaand afgebeeld dat er ongetwijfeld meer achter moet hebben gezeten. Het lijkt hoe dan ook onwaarschijnlijk dat een koning in de oudheid ooit zijn excuses heeft aangeboden aan het volk omdat hij een te kostbaar en te exclusief jachtpartijtje had ondernomen. De Spaanse koning Juan Carlos deed het wel. 6.2
De leeuw als koning Alter
ego Sterker
dan de leeuw Vijandelijke
koning Elnathan
Weissert heeft de afbeeldingen van Ashurbanipal meest verregaand onderzocht.
De wijze waarop beschrijf ik in de volgende paragraaf (de leeuw en zijn
religieuze betekenis). Hij zet in een schema de vijanden van de Assyrische
koning en de leeuwen naast elkaar. Volgens hem was al bekend dat Het idee van het overwinnen van de vijand komt als thema ook terug in het idee over de Koninklijke jacht op leeuwen die Mehmet-Ali Atac naar voren brengt. Hier gaat het om een strijd tussen goede goden, vertegenwoordigd of zelfs gesymboliseerd door de legitieme vorst, en de slechte goden, vertegenwoordigd door de leeuw. Het krijgt hier al een zeer religieuze lading. Daarom kom ik er in een volgende paragraaf nader op terug. Maar het laat wel zien dat het beeld goed versus vijand als koning versus leeuw niet uit de lucht is gegrepen. De leeuw kan dus een koning zijn, maar dan bovenal de tegenstander. 6.3
De leeuw en zijn religieuze betekenis In zijn bespreking van het paleis van Ashurnasirpal II in Nimrud stelt Collins zijdelings dat meer dan helft van de afbeeldingen hetzij religieus, hetzij apotropaeonische afbeeldingen zijn. De laatste waren afbeeldingen die beschermden tegen kwade tovenarij. Dat Collins deze twee termen in één adem noemt is niet verrassend. Het zijn beide bovennatuurlijke aspecten, die in werkelijkheid waarschijnlijk door de Assyriërs nauwelijks van elkaar onderscheiden werden. Weissert
heeft op basis van vier bronnen getracht een bepaald, wat hij noemt, topos
samen te stellen. En dan in filosofische zin. Topoi is Grieks voor 'een
plek waar je iets kunt vinden.' Op basis van meerdere bronnen wordt getracht
iets te beargumenteren, te onderbouwen. Weissert gebruikt voor zijn topos
vier schriftelijke bronnen: een Prism Fragment (Editie E) 82-5-22,2, The
Great Hunting Text K 2867+, Hunting Epigraph A, North Palace, Room S,
Slab A en The Hunt in the Nineveh Arena K6085. De chaos diende te worden bestreden door de goden. De koningen dienden, als goddelijke vertegenwoordiger, dus ook het bestrijden van de chaos als belangrijkste doel te hebben. Dit werd gevisualiseerd door de jacht op leeuwen, de symbolen van de chaos. 6.4
Religie en politiek 6.5
De jacht op leeuwen als sport en tijdverdrijf Weissert, maar eigenlijk natuurlijk Ashurbanipal zelf, geeft één keer een hele duidelijke aanwijzing over het jagen op de leeuw als sport. Dit gebeurt in één van de bronnen die hij gebruikt voor het onderbouwen van zijn topos. Drie frasen (uit het Prism Fragment (Edition E), 82-5-22,2) lijken iets sportiefs in zich te hebben, namelijk kî multa'ûti, ina multa'ûtiya en ina melûlti rubûtiya. Het eerste betekent zoveel als 'als plezier', het tweede 'terwijl ik mezelf aan het vermaken was' en het derde 'terwijl ik mijn vorstelijke sport uitoefende'. De literatuur gaat erg vaak over de context waarbinnen het jagen gebeurt. Natuurlijk zijn de samenlevingen in de oudheid doorspekt met door god geplaatste heersers en door magie en goden die alle verbanden tussen de mensen en andere gebeurtenissen beïnvloeden, maar waarom kan het niet zo zijn dat de koning lekker ging jagen omdat hij het gewoon leuk en sportief vond? Vanzelfsprekend zijn er dingen die dit weinig logisch maken. Alleen de koning mocht jagen op leeuwen. Dat geeft de leeuwenjacht een bepaalde elitaire lading. En de manier waarop het werd gedaan: met toeschouwers in een arena. Maar hij jaagde waarschijnlijk ook in de wildernis op leeuwen. Welk effect wordt daar nagestreefd? Het meest logisch is te veronderstellen dat de koning het ideologische aspect van de leeuwenjacht inzag en gebruikte, maar dat hij er ook wel lol in gehad moet hebben. 6.6
De leeuwenjacht als metafoor voor het voeren van oorlog 6.7
Andere symbolische betekenissen van de leeuwen In
de literatuur heb ik geen andere symbolische betekenissen aangetroffen
over de Assyrische leeuwen. Seyer stelt nog dat jacht een 'symbolischen
Mittel ritueller Verjüngung des Herrschers' zou kunnen zijn. Een
interessante gedachte, maar in het geval van de Assyrische leeuwen zie
ik hiervoor geen aanwijzingen. |
|
7.
Conclusie De koningen die hier vooral zijn besproken hebben afbeeldingen laten maken van de jacht op en het doden van leeuwen omdat de leeuwen het exponent waren van de chaos. En als de machthebbers iets dienden te voorkomen was het chaos. Want chaos bedreigt de welvaart en de stabiliteit. Het wel of niet aanwezig zijn van deze fenomenen hing af van de welwillendheid van de goden. De koning was als hogepriester de linking pin tussen de goden en de onderdanen: hij had zelf ook bovenmenselijke eigenschappen. Het overwinnen van de vijand, het zorgen voor welvaart en het zorgen voor stabiliteit zijn door de goden geleverde gunsten en die gunsten dwingt de koning af. Ik heb gesteld dat ik in de afbeeldingen vooral een koning zie die de vijand overwint. De visuele weergave van de koning als winnaar en de koning die de kracht heeft anderen te overwinnen. Uiteraard met dank aan de goden die de koning deze gunst verleent. Tegelijkertijd overwint de koning met het verslaan of eronder houden van de leeuwen de exponenten van de chaos. De chaos is de onbeschaafde wildernis. Daar zitten de bedreigingen, daar zitten de risico's. Ook dit kan alleen maar wanneer de goden dat willen en de koning zien als gunsteling. De goede verhouding met de goden zorgt uiteindelijk voor datgene waar het allemaal om gaat: politieke legitimatie van macht. Deze koning is de beste, deze koning is gezegend, deze koning is onaantastbaar. Wanneer alles los wordt gelaten kan het natuurlijk ook eenvoudigweg zo zijn dat de koning leeuwenjacht een gezellige bezigheid vond, een gezellig uitstapje om de verveling te verdrijven. Het jagen op zichzelf kan door de geschiedenis heen vaak aan oorlog worden gekoppeld. Bij de Assyriërs lijkt het erop dat de vijandelijke koning ritueel wordt overwonnen. In die zin is het een soort repetitie of naspelen van oorlog. Resumerend. Misschien had de koning lol in het jagen op leeuwen, maar de kennis die er nu is wijst er toch wel op dat de afbeeldingen, en de leeuwenjacht zelf, vooral krachtige ideologische instrumenten waren. Instrumenten om te tonen dat de koning oorlog kon winnen (of al had gewonnen), dat de koning een gunsteling was van de goden en dat hij daarmee een onomstreden legitimiteit had voor het uitoefenen van macht. |
|
8.
Literatuur Ataç, Mehmet-Ali, Visual Formula and Meaning in Neo-Assyrian Relief Sculpture, The Art Bulletin, Vol. 88, No. 1 (Mar., 2006), pp. 69-101 Beaulieu, Paul-Alain, World Hegemony, 900-300 BCE, p. 49/50, in: D.C. Snell, A Companion to the Ancient Near East, Malden & Oxford, 2004 Cassin, Elena, Le Roi et le Lion; in: Revue l'histoire des religions, tome 198, no. 4, 1981, p. 355-401 Cohen, A., and Kangas, S.E., eds., Assyrian Reliefs From the Palace of Ashurbanipal II: A Cultural Biography (Hanover, HN, and London: University Press of New England, 2010). Collins, P., Assyrian Palace Sculptures (Austin: University of Texas Press, 2008). Collins, Paul, From Egypt to Babylon, The International Age 1550-500 BC (Cambridge,MA, 2008). Garrison, Mark B., Antiquarianism, Copying, Collecting, in: A companion to the Archaeology of the Acient Near East, ed. by D.T. Potts Hooff, A. van, Waarom Alexander op Everzwijnen schiet, in: Historisch Nieuwsblad, nummer 7, 2001. Meuszynski, Janusz, Die Rekonstruktion der Reliefdarstellungen und ihrer Anordnung im Nordwestpalast von Kal?u, (Nimr?d), Mainz, 1981. Postgate, J.N. The Land of Assur and the Yoke of Assur, in: World Archaeology, Vol. 23, no. 3, Archaeology of Empires (feb., 1992), p. 247-263 Reed, S., 'Blurring the edges: A reconsideration of the treatment of enemies in Ashurbanipal's reliefs', in J. Cheng and M.H. Feldman eds., Ancient Near Eastern Art in Context (2007) 101-32. Seyer, M., Der Herrscher als Jäger. Untersuchungen zur königlichen Jagd im persischen und makedonischen Reich vom 6-4 Jahrhundert v. Chr. Sowie unter den Diadochen Alexanders des Großen. Wiener Forschungen der Archäologie 11 (Vienna 2007) 43-65. Vallee, Gerard (ed), Florence Nightingale on Mysticism and Eastern Religions, Waterloo (Ontario), 2003 Weissert, E., 'Royal hunt and royal triumph in a prism fragment of Ashurbanipal', in: S. Parpola and R. M. Whiting eds., Assyria 1995: Proceedings of the 10th Anniversary Symposiumof the Neo-Assyrian Text Corpus Project, Helsinki, September 7-11, 1995 (Helsinki: Helsinki University Press, 1997). Webpagina's |